donderdag 25 april 2013

Transport

De afgelopen week heb ik veel aan ‘transport’ moeten denken. Dus het leek me wel eens leuk om er wat over te vertellen. En dan bedoel ik dus lopen, auto’s de weg en de aanleg ervan, liften, vliegtuigen, boten water en wind nou ja van alles dus.
De reden waarom ik de afgelopen week veel aan transport dacht was het asfalteren en het feit dat ik sinds 3 maanden voor het eerst weer auto heb gereden!! En dat na 4 jaar lang 55000 km per jaar. Maar ja, het is net als fietsen (wat hier trouwens niet echt kan), je verleert het niet.

Om even te beginnen mijn belangrijkste vervoermiddel… Mijn benen! Zoals jullie weten ben ik verhuisd en moet nu steil omhoog lopen. Goed voor de beentjes en dan vooral de kuiten. Nu, na bijna 3 weken merk ik dat het al veel makkelijker gaat, maar toch kom je altijd flink bezweet boven. Natuurlijk kan ik net als veel anderen proberen een lift te krijgen. Dat is hier heel gewoon. Vooral als je naar 1 van de andere dorpen moet. Dan ga je gewoon langs de weg staan, duim omhoog en maar hopen dat iemand je mee neemt. Dit is zo gewoon dat het vaak wel lukt.
Om dan maar gelijk in te haken op de auto’s.. Die zijn hier nogal verschillend van kwaliteit om het maar voorzichtig uit te drukken. Je hebt de veel te grote, dure ‘goverment cars’ Nieuwe auto’s die voor dit eiland en voor hun werk echt niet nodig zijn. Maar ja, ze moeten toch laten zien dat ze belangrijk zijn. Dan heb je de ‘trucks’ pick-up trucks voor de werklui, zoals vissers duikscholen en de 'construction workers'. Deze hebben echt een truck nodig, ook al kunnen ze misschien af en toe wat minder lawaai maken, want je weet precies wanneer er 1 aankomt en dan bedoel ik 5 minuten voordat de auto er werkelijk is. Gaan we verder met de schoolbus. De gele busjes voor de universiteit of de lagere en middelbare school. Deze busjes rijden ’s ochtends vroeg en ’s middags volop rond om overal studenten en leerlingen op te halen en ze weer thuis te brengen. Met zo’n schoolbus werd ik ook opgehaald voor de ‘soccer’ training. Er zijn ook taxi busjes. De man van Rachel heeft een busje (de mooiste van het eiland al zeg ik het zelf) en die rijden (zeker deze week) af en aan om toeristen van en naar vliegveld en haven te rijden of natuurlijk gewoon naar een restaurant of het startpunt van een 'hike'. Voor mij wel makkelijk, want af en toe als ik naar ‘The Bottom’ moet vraag ik even hoe laat hij gaat en dan rijd ik gewoon mee.

Dan komen we bij de, ik zal maar zeggen, échte Sabaanse auto’s. Dit zijn de auto’s die bijna uit elkaar vallen. In Nederland zou je van de weg gehaald worden, maar hier kan alles. Vol roest, krassen van ‘Oeps er stond ineens een muurtje’, missende ramen en je kunt het zo gek niet verzinnen. Maar ja hier mogen ze blijven rijden. Even kijken wat we dan nog meer hebben. Oh ja, de brandweerauto. Ja ja, ook die is hier aanwezig. Gelukkig is deze niet vaak nodig. Omdat deze dus vaak stil staat wordt hij 1 keer per week uit de garage gehaald om even wat rondjes te rijden op het vliegveld. Dit om te voorkomen dat mocht er wat zijn, de vrachtwagen het nog steeds doet natuurlijk.

Als laatste nog even de ‘cement truck’. Die heb ik al weleens genoemd als nummer 1 reden van het gebrek aan slaap in mijn oude appartement. Deze truck neemt veel ruimte in en komt dan ook luid toeterend van de haven omhoog rijden. In de haven haalt deze cement (of beton of zoiets) om de weg voor mijn huidige appartement te maken. Bij iedere elektriciteit kabel moet de vrachtwagen bijna stoppen. Er zit dan iemand bovenop de vrachtwagen om de kabels omhoog te houden en dan kunnen ze weer verder rijden. Als laatste nog even de auto’s voor de jongeren. De jongeren hebben hier weinig te doen. Eén van de uitlaatkleppen zijn hun auto’s. Zo zijn ze vaak gedecoreerd met mooie of minder mooie teksten, vaak religieus overigens. Wat het meest opvalt is dat ze enorm snel rijden en enorm harde Caribische muziek aan hebben staan. ’s Nachts zijn ze soms aan het racen. Dan starten ze in ‘The Bottom’ en rijden ze naar het vliegveld. Als je dan (zoals ik) om 2 uur op straat loop kun je maar beter op tijd aan te kant gaan, anders rijden ze je voor de sokken. Je hoort ze op tijd aankomen, dus dat lukt wel.

Gelukkig zijn er ook goede, kleine autootjes die goed zijn voor het eiland, weinig kosten, weinig ruimte in beslag nemen en weinig lawaai maken.


Nu verder met het ‘wegen netwerk’ voor zover je daarvan kan spreken. Je hebt 1 weg van de haven naar het vliegveld (of anders om het is maar hoe je het bekijkt) officieel hetend ‘Lambert Hassell street’, genoemd naar de man die de weg heeft aangelegd. (even geschiedenis, iedereen en vooral Nederland zei dat er geen weg aangelegd kon worden, alleen Lambert Hassel wel. Hij begon met het aanleggen van de weg vanaf 1938-1958 en is hier echt een held, overal monumenten en vernoemingen). In de volksmond heet de weg gewoon ‘The Road’. Gaan we verder met de infrastructuur. In de dorpen heb je wel veel kleine weggetjes. Soms groot genoeg om twee auto’s te laten passeren, maar vaak ook niet vanwege geparkeerde auto’s of iets dergelijks. Je moet dus goed opletten. Dan is er ook geen weg recht hier op dit eiland. Zowel ‘horizontaal’ als ‘verticaal’. Dus altijd stijgen, dalen of bochten. Voor veel bochten even toeteren (kom van het platteland, voor de stadse mensen claxonneren) om te laten weten dat je er aan komt. Dan iets wat wel leuk is en dat is dat eigenlijk iedereen de hand op steekt. Dat is hier trouwens heel gewoon. Iedereen groet altijd iedereen. ‘Good morning how are you’ is de meest gehoorde zin op het eiland denk ik. Men verwacht geen antwoord terug, alleen ook een ‘good morning how are you’.

Nu weer verder met de wegen. Op de ‘bult’ waar ik woon zijn ze aan het ‘betonneren’. Ik weet het, niet echt een goed Nederlands woord, maar kon even niets anders verzinnen. Het beton van de weg wordt vervangen. Asfalt kennen ze niet. Dat zou hier alleen maar smelten en die plakkende teer is niet echt handig, dus beton (of iets dergelijks). Dan denk je dat zoiets vast goed ontwikkeld is, machines en dergelijke, maar niets is minder waar. Buiten het cement dat door de eerder genoemde truck wordt aangevoerd gaat alles met het handje. Ooit een vloertje in een schuurtje gestort? Nou zo gaat het hier ook. Betonrooster eronder, beton erop, glad strijken met een lange lat, als er een gat is even met de truffel een beetje cement erin gooien en weer glad maken, dan nog even wat water erop sprenkelen met een bierflesje of een pak drinken, met een bezem weer ruw maken (rechte strepen wat best knap is overigens) en dan nog na spuiten met een of ander geel goedje (weet niet waarvoor). Dan weer door naar de volgende 10 meter.

Dit is al zo’n lang verhaal geworden dat de boot en het vliegtuig tot de volgende keer moeten wachten.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten